Bij een taalstoornis treedt er een probleem op in het verwerven van of inzicht hebben in het hanteren van grammaticale en communicatieve regels (qua inhoud = ‘semantiek’ / qua vorm = ‘fonologie’, ‘morfologie’, ‘syntaxis’ / qua gebruik = ‘pragmatiek’).
De stoornis kan betrekking hebben op zowel het taalbegrip (receptieve taalstoornis) als de taalproductie (expressieve taalstoornis), of beide domeinen tegelijkertijd. Een taalstoornis kan zowel bij kinderen als bij volwassenen voorkomen.